Hälleforshund
Hälleforshond erkend als Zweeds ras.
Zweden heeft een nieuwe elandhond gekregen. Het is de eigenwijze, moedige en sterke Hällefors geregistreerd als eigen ras. De Hällefors bestaat sinds de jaren dertig, maar eerst nu na een gedegen inventarisatie is hij in 2000 door de SKK erkend.
In de dertiger jaren kruiste boswachter Martin Norman uit Hällefors in Bergslagen zijn teef, de Ostjaklaika Spanja, met een spitskruizing uit Noord Hälsingland.
De reu was geelachtig van kleur en net als de de Ostjak teef een erkende goede jachthond.
Het resultaat van de kruising werd een gelukkige. Veel van deze pups groeiden op tot goede jachthonden, Deze honden werden de basis waarmee Martin Norman startte. Hij noemde zijn honden Hälleforshonden.
De bedoeling van het fokken was goede jachthonden voort te brengen. De kopers kwamen van verre, en zeer snel werd het ras met de gele vacht verspreid over het hele noorden. Het ras heeft sindsdien het oorspronkelijke exterieur zeer goed behouden. De hedendaagse Hällefors is in vergelijking met oude foto’s grotendeels identiek aan de honden uit de veertiger en vijftiger jaren, vertelt Leif Gulin, voorzitter van de Hällefors Rasclub.
Deze club werd in 1994 opgericht en heeft sindsdien gewerkt om de Hällefors erkend te krijgen. Vorig jaar verzocht de club om de Hällefors als een eigen ras te registreren bij de SKK. De 7e april van dit jaar (2000) heeft de Kennelclub besloten dit verzoek in te willigen. De laatste jaren heeft de rasclub een grote inventarisatie gehouden van het ras. Momenteel bevinden zich 600 honden in het stamboek van de Hälleforshonden.
Bij het inventariseren van het ras is geconstateerd dat er waarschijnlijk 200 honden het uiterlijk van een Hälleforshond hebben, maar waarvan de afstamming niet vaststaat. De doelstelling van de club is nu dat zoveel mogelijk honden de mogelijkheid krijgen om op de jachtproeven te starten. De onofficiële jachtproeven werden reeds gehouden volgens de reglementen van de Elandhondclub. Tijdens deze proeven behaalden 50% van de honden een prijs.
Hälleforshund
Het ras is afkomstig van een nest van oudere honden geboren in de late jaren 1930 in Fredriksberg in de buurt van Hällefors gebied. De rasclub werd opgericht in 1994 en het register was de basis voor de vorming van het ras. Het ras werd in 2000 geregistreerd bij de Zweedse Kennelclub en er werd toestemming gegeven voor de jachtkwalificatie. Het ras heeft een open stamboom, die na 2010 werd geëvalueerd.
Toepassing
Hälleforhund wordt gebruikt als jachthond op elanden.
Gezondheid
Er zijn geen gezondheidsproblemen bekend. Heupdysplasie (HD) treedt op.
Eigenschappen / mentaliteit
De hond moet sterk, dapper, energiek zijn en een sterke jachtdrift hebben.
Grootte en uiterlijk
Het is een middelgrote tot grote jachthond van een uitgesproken spitshondtype. Schofthoogte voor de reu is 55-63 cm en teven 52-60 cm. De bouw is rechthoekig, droog en sterk met een goede houding. Het moet niet te zwaar zijn. De kleur moet geel rood zijn in donkere of lichtere tinten.
Grooming
De vacht is gemakkelijk te hanteren en te baden als dat nodig is.
Anders
Het ras is een prominente jachthond die niet alleen geschikt is als huishond.
Rasbeschrijving van de Hälleforshund 26 Juni 2000
(nog niet erkend door de FCI, maar wel in Zweden en Noorwegen). Groep 5
LAND VAN OORSPRONG : Zweden
ALGEHEEL VOORKOMEN : De hond is een uitgesproken jachthondtype, een middelgrote tot grote spitshond.
Het lichaam is iets langer dan hoog, droog en krachtig gebouwd met een goede houding.
Hij mag niet te zwaar zijn. De hond moet sterk zijn, moedig en energiek.
HOOFD : het hoofd heeft de vorm van een stompe kegel, langgerekt en droog. De lengte moet groter zijn dan de breedte. De schedel licht gewelfd met een duidelijk, gemarkeerde stop, doch niet te diep en steil. De wangen vlak. Rechte neusrug die iets smaller wordt naar de neusspiegel. Iets breder bij de snijtanden. Zwarte goed ontwikkelde neusspiegel. De lengte van de schedel iets langer dan neusbrug. De lippen goed gesloten tegen de kaken.
OGEN : De ogen bruin met een wakkere blik. Ovaal van vorm. De ogen moeten niet groot zijn/ of uitpuilend.
OREN : De oren hoog aangezet, stevig rechtopstaand, spits en beweeglijk. De oren staan verhoudings-gewijs nogal breed uit elkaar.
GEBIT : Goed ontwikkelde kaken met een schaargebit.
HALS :
Een gespierde hals met goede halslengte en houding. Droog, en soepel (lenig).
LICHAAM : De ruglijn moet recht zijn en bij de reu iets aflopend van schoft naar kruis. Krachtig ontwikkelde rugspieren. De lengte van het lichaam iets langer dan de schofthoogte, rechthoekig van vorm. Het kruis zwak aflopend en de buik iets opgetrokken. Borst ruim en diep, maar niet ton vormig.
UITERLIJK : De schouders moeten gespierd zijn met lange schuingeplaatste schouderbladen.
De benen droog, recht, sterk en parallel . De lengte van de benen moet ten minste de halve hoogte van de schoft hebben. De ellebogen moeten dicht tegen de borstkas aanliggen met naar achter liggende elleboogpunten. De middenvoorvoet elastisch en iets gehoekt bij de onderarm . De achterbenen staan van achter gezien recht en parallel. Van opzij gezien gespierd en goed gehoekt. Sterke benen.
VOETEN : De voeten moeten vast en krachtig zijn, iets ovaal met goed gesloten tenen.
STAART : De staart is hoog aangezet, van gemiddelde lengte, dicht en rijk behaard zonder vaan . Kan in een boog over de rug gedragen worden, of gekruld over of naast de dij.
VACHT : De vacht bestaat uit korte dichte onderwol tesamen met langer en grover dekhaar. De onderwol is dicht en rijk. De kleur is geheel geelwit. Op het hoofd en de voorkant van de benen is de vacht kort, dicht en glad. De vacht van de oren is kort, dicht en zacht. De voorbenen en dijen hebben aan de achterkant een langere vacht. Op hals en schouders is de vacht meer ontwikkeld en vormt een kraag.
KLEUR : De kleur moet zijn geelrood in donkere en lichtere nuances. Donkere neuspartij en zwarte neusspiegel. Lichter opzij van de neus en wangen is toegestaan. Lichtere nuances op borst, buik, schouderbanen, benen, onderzijde van de staart en achterkant van de dijen. Donkere kleurnuances op de achterzijde van de oren en tevens een donkere vlek op de bovenzijde van de staart.
SCHOFTHOOGTE :
Reu 57 – 63 cm
Teef 54 – 60 cm.
Bij het kruis is de reu 1 – 2 cm lager dan de schofthoogte, de teef echter 1 cm lager. De lengte van het lichaam is iets groter dan de schofthoogte, Het verschil is groter voor teven dan reuen.
Vertaling kennel “fra Laikahuset”
FCI rasstandaard
n.v.t.
Raad van Beheer
Onbekend
Vereniging
Niet vermeld maar valt wel onder Scandia
Youtube
https://www.youtube.com/watch?v=_PifjyZq-Ps
Hälleforshundklubbens (Sverige)
http://www.halleforshunden.org/
Maak jouw eigen website met JouwWeb